Wanneer de beslissing is gemaakt om voor een pup te gaan, komt er heel veel op je af en helemaal als het je eerste hond is. De voorpret gaat dan van start!
Voordat de pup komt moeten er zeker een aantal dingen aangeschaft worden. Denk bijvoorbeeld aan:
- Puppyvoer (Vaak krijg je voer van de fokker mee. Wil je ander puppyvoer dan is het aan te raden om het voer een paar weken te geven en daarna met overstappen dit een aantal dagen met elkaar te mengen)
- Halsband en riem (een pup moet erg wennen aan een halsbandje en zal er constant aan krabben; trek je pup nooit mee maar probeer met rust, geduld en een snoepje je pup mee te krijgen)
- Etens-drinkbak (laat je pup uit een verstelbare voerbak eten en drinken. Dit zorgt voor een ontspannen houding bij het eten)
- Speeltje en kauwbotjes ( een pup is bijtgraag, dus biedt iets aan waar hij aan kan kauwen en/of mee spelen)
- Borstel (leer je pup de gewenning van het borstelen)
- Beloningssnoepjes (in overvloed bij je hebben)
- Poepzakjes (je kunt niet zonder!)
- Mand of kleed (ligt eraan waar je voor kiest; belangrijk is dat hij een vaste plek in huis heeft)
- Eventueel een bench met vetbed ( ideaal; aan de onderkant van een vetbed zit een antislip laag en deze is makkelijk uit te wassen)
Zorg ervoor dat de kamer en de tuin ‘puppyproof’ zijn gemaakt; pups gaan op onderzoek uit en doen dit met hun poten en bek, dus een veilige omgeving is belangrijk!
De pup is er!
Meestal mag een pup rond de 8 weken het nest verlaten en kan het avontuur bij de nieuwe baas beginnen! Dit is voor de eigenaar een feest maar kan voor een pup heel ingrijpend zijn…opeens wordt hij ‘weggerukt’ uit zijn veilige en vertrouwde omgeving. Fokkers vragen vaak om van tevoren een speeltje/dekentje mee te nemen, zodat de nestgeur hieraan gaat zitten. Bij het ophalen van de pup neem je deze mee; dit kan geruststellend werken omdat de geur bekend is.
Enkele tips:
- Haal de pup in de ochtend op, zodat hij overdag tijd heeft om zijn nieuwe woonomgeving te verkennen.
- Natuurlijk wil iedereen wel naar je pup komen kijken, maar teveel mensen/drukte de eerste dagen kan stressvol voor een pup zijn, omdat het zoveel prikkels tegelijk oplevert.
- Zorg altijd voor een veilige/rustige plek voor je pup, dit kan een bench, een mand of een kussen zijn.
De eerste nacht
Pups zijn 8 weken lang gewend om bij moederhond en broertjes/zusjes te slapen en dan opeens is hij helemaal alleen. De kans dat hij gaat piepen en/of blaffen is groot door het gemis van zijn vertrouwde omgeving. Je kunt een mandje naast je bed zetten waar hij lekker in kan liggen en hem meteen kan geruststellen als hij wakker wordt. Een andere optie is vlakbij hem op een matras of op de bank te slapen. Vaak is je stem alleen al voldoende. Er zijn fokkers die pups laten wennen aan het slapen in een bench en voelt hij zich daar meteen al op zijn gemak. Als je pup hier nog niet aan gewend is dan kun je je pup hiervoor trainen. Neem gerust een kijkje op onze blog over benchtraining. Maar….de keuze tussen wel of geen bench ligt natuurlijk altijd bij jezelf. Bij geen gebruik van een bench is het belangrijk om wel een ‘eigen plekje’ voor hem te creëren omdat hij wel een rustplaats moet hebben (zeker met kleine kinderen).
Slaap
Pups hebben veel slaap nodig. Ze slapen zo’n 19 tot 20 uur per dag. Slaap is belangrijk om alle prikkels die zijn binnengekomen te verwerken. Bij onvoldoende slaap kan je pup overprikkeld raken en dat zou zich kunnen uiten in happen/bijten in van alles wat hij maar tegenkomt. Op zo’n moment moet je hem tegen zichzelf beschermen en lekker in zijn mand/bench leggen. De slaapplek is dan ook de rustplek voor je pup. Laat hem dan ook altijd lekker liggen en wacht tot hij zelf wakker wordt.
Zindelijkheid
Je pup zindelijk maken kost tijd en aandacht. Bij de één lukt dit sneller dan bij de ander. Er zijn fokkers die pups al zindelijk hebben gemaakt als ze door de nieuwe eigenaren worden opgehaald. Dat is natuurlijk super, maar wil niet zeggen dat je pup niets meer in huis zal doen. De verandering kan spanning opleveren zodat er af en toe toch ‘ongelukjes’ in huis gebeuren. De signalen zijn overigens wel makkelijk te herkennen. Pups snuffelen dan veel en draaien rondjes, dat geeft eigenlijk altijd wel aan dat ze naar buiten moeten.
Onze tips:
- Ga vaak met je hond naar buiten (ook ’s nachts, zet elke twee uur de wekker ;niet altijd nodig, maar dat merk je vanzelf). Gun hem de tijd om zijn behoefte te doen. Hij ziet buiten van alles en zal snel afgeleid zijn door wat hij ziet en hoort en wat om hem heen gebeurt.
- Als hij wakker wordt til hem dan op en zet hem buiten. Hij zal namelijk meteen moeten plassen.
- Kies meerdere plekken uit om je pup uit te laten, zodat hij leert om niet alleen maar op dezelfde plaats zijn behoefte te doen. Als een pup gepoept heeft en je gaat daarna meteen naar huis dan is de kans groot dat je pup het gaat ophouden. Hij is slim en denkt dan dat de wandeling hierna altijd is afgelopen en naar huis gaat. Doorbreek dit door na zijn behoefte altijd nog een stukje verder te lopen.
- Straf je pup nooit als hij binnen heeft geplast of gepoept, want ongelukjes kunnen nu eenmaal gebeuren.
- Laat je pup ’s avonds niet te veel meer drinken
Socialiseren
Een pup is ondernemend en nieuwsgierig van aard; om ervoor te zorgen dat hij zo blijft is een goede socialisatie van essentieel belang. Slechte of geen socialisatie kan eventueel leiden tot gedragsproblemen en dat wil je te alle tijden voorkomen. Door je pup goed te socialiseren help je hem opgroeien tot een blije en stabiele hond. Vaak zijn pups die in huiselijke kring opgroeien wat beter gesocialiseerd dan pups die bijvoorbeeld in een schuur opgroeien. Ze maken alle geluiden mee die bij een huishouden horen. Tussen week 8 en 13 slaat je pup alles op, dus wat hij in deze periode leert en meemaakt zal hij niet meer vergeten!
Realiseer je dat alles wat in de buitenwereld voor ons gewoon is voor een pup erg spannend kan zijn.
Laat hem bijvoorbeeld wennen aan auto’s, kinderen, katten, fietsers, joggers en andere dieren zoals bijvoorbeeld paarden, koeien en schapen. Neem hem mee naar de markt, een winkelcentrum en het station. Met de wandeling alleen al krijgt hij zoveel indrukken dat het hopelijk voor hem, na een tijdje, ook allemaal als normaal wordt ervaren. En dan nog zullen er altijd geluiden zijn die niet zo vaak voorkomen waar hij eventueel van kan schrikken ( bv onweer en vuurwerk).
Belangrijk: Voorkom stress situaties en gun je pup de tijd om in zijn eigen tempo alles te verkennen en forceer vooral nooit! Dan komt het zeker goed.
Puppy training
Training is absoluut een onderdeel van socialisatie. Met 8/9 weken is een mooi moment om hieraan te beginnen. Naast dat het ook heel leuk is om met je pup samen te werken, haal je hier veel voordelen én voldoening uit. Probeer ruim op tijd een puppycursus te zoeken die je aanspreekt en past bij jou en je viervoeter.
Wandelen met je pup
De groei van een pup is een kwetsbaar proces. Bij jonge honden groeien de botten in een super korte tijd enorm in lengte. Bepaalde botdelen zijn van zacht kraakbeen en deze moeten zich nog tot bot verharden. Spieren hebben zich nog nauwelijks kunnen ontwikkelen en ook de gewrichten zijn aan verandering onderhevig. Je kunt in het eerste jaar niet voorzichtig genoeg zijn:
- Traplopen (mocht je dit willen aanleren doe het op een rustige manier en begin hier pas mee als je pup al wat spiermassa heeft opgebouwd. Vooral naar beneden lopen is belastend (een hond heeft geen sleutelbeenderen)
- Springen in en uit de auto, met name er uit springen is belastend (een hond heeft geen sleutelbeenderen)
- Het rennen op het strand (wacht tot je pup wat ouder is; het hollen in het zand heeft vooral effect op de gewrichten (groeischijven) van de pup
- Draven naast de fiets (vanaf dat je hond volgroeid is; de meningen hierover verschillen nogal) maar vanaf 1 jaar kun je hier zeker mee beginnen mits je het tempo en de tijd langzaam opbouwt.
Onderstaand schema bijvoorbeeld:
8 – 9 weken: niet langer dan 10 minuten per wandeling
9 – 11 weken: niet langer dan 15 minuten per wandeling
11 – 16 weken: 20 minuten per wandeling
16 weken – 5 maanden: 25 minuten per wandeling
5 – 6 maanden: 30 minuten per wandeling
Het klinkt misschien overdreven maar in de praktijk valt dit reuze mee hoor. Je hoeft echt niet op de klok te kijken, maar een pup gaat zelf maar door en door en zal niet echt aangeven dat hij moe is. Vandaar deze richtlijn.
Tip: Let op waar je je pup uitlaat (zeker de eerst paar weken) Vermijd de ‘algemene uitlaatplaatsen’ waar geen opruimplicht is en waarvan je weet dat daar veel honden worden uitgelaten. Net zoals bij ons kunnen honden last hebben van virussen die besmettelijk zijn en dit aan andere honden kunnen overdragen.
Alvast heel veel plezier en vooral genieten samen met je pup!